Velduilen komen in Nederland niet veel voor en staan dan ook te boek als een bedreigde vogelsoort. De meeste exemplaren komen in Nederland in het Noorden voor.
Velduilen jagen bij voorkeur overdag vanuit de lucht. De velduil is gespecialiseerd in de jacht op kleine knaagdieren en jonge vogels, zoals veldmuizen, jonge veldleeuweriken en kuikens van weidevogels.
De velduil is in Nederland een zeer schaarse broedvogel van open gebieden met een graslandbegroeiing of van open moerassen. De nesten worden op de grond gemaakt.
In de jaren 1950 moeten er in Nederland honderden paren velduilen hebben gebroed. In de jaren 1960 en 1970, toen het systematisch inventariseren een grote vlucht nam, werd het aantal broedparen geschat op 60 tot 200. Strenge winters en goede muizenjaren zorgden voor schommelingen. Op de Waddeneilanden en in de droogvallende Flevopolders broedden toen tientallen velduilen.
Omdat velduilen zwerfvogels zijn kunnen hun aantallen buiten het broedseizoen en tijdens de trek sterk variëren. De meeste velduilen zijn buiten het broedseizoen te vinden in het Waddengebied, het Eems-Dollardgebied, de weidegebieden in de provincies Groningen en Friesland en in de duinen en de weidegebieden langs de Noordzeekust. Tijdens een muizenplaag kunnen grote groepen (van veelal jonge) velduilen zich in een overwinteringsgebied verzamelen. Als de omstandigheden in de omgeving van een nieuw overwinteringsgebied voor jonge velduilen gunstig zijn, zoals na de drooglegging van de Flevopolders in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw, proberen jonge paartjes velduilen zich daar als broedvogel te vestigen. Velduilen kunnen, net als kiekendieven, als pionierssoorten beschouwd worden omdat ze niet erg honkvast zijn en zich gemakkelijk aanpassen aan de veranderende omstandigheden in kustgebieden en rivierdelta’s.
Bron: wikipedia