Tijdens het wandelen kom je in de winter best prachtige kleuren tegen. Zo zijn op het oude en vochtige hout vaak schimmels nog aktief. Met een beetje geluk kom je dan bijvoorbeeld deze trilzwam tegen.
De trilzwammen zijn 1 tot 5 centimeter breed. Ze zijn als ze jong zijn goudgeel of zelfs oranje, later worden ze bleker. De gelei-achtige vruchtlichamen zijn gelobd en vaak ook geplooid. Ze lijken soms wel wat op hersenen. In de trilzwam ontstaan sporen, ze zijn wit van kleur. Soms ziet de zwam er bepoederd uit van de sporen.
Vaak parasiteren deze zwammen op andere paddenstoelen en wel 0p de schimmeldraden van schorszwammen die in het dode hout leven. Daarnaast leeft de schimmel ook van het dode loofhout waar hij op groeit.
In de winter lijken de trilzwammen stuk te vriezen, ze zien er dan helemaal verschrompeld uit. Echter, als de temperatuur weer boven nul is nemen ze al snel hun oorspronkelijke vorm weer aan.