In de koude wintermaanden worden de jongen van de grijze zeehond geboren. Moeder natuur geeft de jongen zodoende voldoende tijd om te groeien voor de volgende winter. De jongen blijven de eerste dagen na hun geboorte nog op het strand. Ze worden dan door moeder gezoogd om zodoende snel kunnen groeien en na enkel weken mee te kunnen naar zee.
In deze periode blijven ze soms uren alleen achter wanneer moeder op jacht gaat in zee. De jongen welke dan blijven roepen om hun moeder worden veelal “huilers” genoemd.
De jongen welke wij de afgelopen dagen hebben kunnen fotograferen deden het allemaal goed en wilde best op veilige afstand van de fotograaf even poseren!
De grijze zeehond of kegelrob (Halichoerus grypus) is een zeeroofdier uit de familie van de zeehonden Het is na de gewone zeehond de meest algemene zeehond in de Nederlandse wateren. De dieren zijn van andere zeehonden te onderscheiden door hun rechte snuit. De soortaanduiding grypus betekent dan ook “haakneus”. Grijze zeehonden zijn over het algemeen ook een stuk groter dan gewone zeehonden, en de grootste soort.
De grijze zeehond rust bij eb en bij zonsopgang op rotsen en zandbanken, die bij eb droogvallen.
Grijze zeehonden eten voornamelijk vis als zalm, kabeljauw, schelvis, koolvis, zandspiering en platvissen, en schaal- en weekdieren. Ze eten soms inktvis en een enkele keer zelfs vogels. Gemiddeld eet een grijze zeehond 5,7 kilogram per dag, maar de dieren kunnen langere tijd zonder voedsel.
De grijze zeehond heeft een goed ontwikkeld zicht- en reukvermogen, waarmee ze hun prooidieren opsporen. Het dier kan tijdens het jagen tochten maken van wel honderd kilometer. Ze duiken meestal tot op een diepte van 25 meter, maar er zijn ook duiken waargenomen van wel 100 meter diep.