De heikikker is een middelgrote kikker met een iets spitse snuit. De kleur is erg variabel van geelbruin tot rood/groenbruin op de rug met vaak een lichte lengtestreep over de rug heen. Niet alle heikikkers hebben deze streep. Ook heeft hij een patroon van donkere vlekken op de flanken en een lichte buik. En hij bezit een relatief grote graafknobbel op de achterpoot (ongeveer halve teenlengte). In de paartijd (eind februari, tot uiterlijk begin april met een piek in kooractiviteit in maart) kleuren mannetjes licht- tot fel blauw. Deze kleur is maar enkele dagen aanwezig en dient als signaalfunctie voor andere mannetjes. In populaties met lage dichtheid blijven mannetjes vaalgrijs tijdens de voortplanting. Heikikkers kunnen 8 cm groot worden.
Het geluid dat de mannetjes in de voortplantingstijd maken wordt wel omschreven als een klokkend geluidje dat klinkt als een onder water gehouden fles waaruit de lucht ontsnapt.
In de Alblasserwaard zijn er een paar plekken waar men deze mooie heikikker in het voorjaar kan waarnemen.
Bron: Savon.nl