Dat het goed gaat met de bevers in Nederland is wel bekend! Zo laat de bever zich ook steeds in de kreekjes van de Merwede zien.
De bever (Castor fiber) is een aquatisch knaagdier dat voorkomt in Europa en Noord-Azië. Het is het grootste knaagdier van Europa en een van de grootste knaagdieren ter wereld. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus.
De bever heeft een brede, geschubde, horizontaal afgeplatte staart. Zijn poten zijn vrij kort. De achterpoten hebben zwemvliezen. Zijn kop is stomp en zijn oren en ogen zijn klein. De neus en oren kunnen worden afgesloten bij het zwemmen. Ook zit er in de wang een stuk weefsel dat de mond afsluit als het dier onder water knaagt. Hij heeft een paar sterke oranje tanden die altijd doorgroeien. Ze zijn oranje doordat er een ijzerhoudende stof in het glazuur op de tanden zit die oranje van kleur is, wat ze sterk genoeg maakt om door bomen te knagen. Hij verschilt van de verwante Canadese bever (Castor canadensis) door zijn lichtere vachtkleur en langere neusbotjes. De vacht is geelbruin tot zwart van kleur. De meest algemene kleur is rossig bruin. Bevers uit noordelijke streken hebben een donkerdere vacht dan de zuidelijke dieren.
De bever heeft een kop-romplengte van ongeveer 75 tot 90 centimeter en een lichaamsgewicht van 23 tot 38 kilogram.[3] Zijn staart is 25 tot 37 centimeter lang.[4] Zijn grootte verschilt per regio. Er zijn geen grootteverschillen tussen mannetjes en vrouwtjes.
Visit Facebook